Drijvende woning soms onroerende-, soms roerende zaak
Wanneer wordt een drijvende woning als een onroerende zaak bestempeld, en wanneer als een roerende zaak. Die vraag komt nogal eens aan de orde bij de oriëntatie van woningzoekers naar een drijvende woning. De vraag is ook van belang voor huurders van een dergelijke woning. Bij een onroerende zaak geldt huurbescherming, bij een roerende zaak niet. Uit een recente zaak voor het hof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de grens ligt bij de vraag wanneer de woning gaat drijven.
Bij de beoordeling van de situatie gaat het er om of de woning naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam op dezelfde plaats te blijven. Juridisch is er dan sprake van dat het gebouw kan worden beschouwd als duurzaam met de grond verenigd.
De casus waarop de uitspraak van het hof is gebaseerd dat de betreffende woning op een fundament staat van in de grond aangebrachte betonpalen die een constructief doel dienen. Het huis is ook via kabels aangesloten op gas, water, riolering en elektra. Dat laatste is overigens niet een allesbepalende regel voor het antwoord op de vraag of de woning duurzaam verenigd is met de grond. In het betreffende geval gaat het ook en vooral om de constructie, waaruit de duurzame vereniging met de grond volgt. Dat is namelijk op basis van objectief waarneembare uiterlijke kenmerken vast te stellen. Het feit dat de woning bij uitzonderlijke tijdelijke waterstijgingen kan gaan drijven, verandert daar niets aan.
Als een woning qua constructie bestemd was om te drijven en ook daadwerkelijk drijft, is er sprake van een schip. Een verbinding tussen een schip en de onder dat schip gelegen bodem die toelaat dat het schip met de waterstand mee beweegt, heeft niet als conclusie tot gevolg dat het schip met de bodem is verenigd.
Wilt u meer weten over de juridische status van drijvende woningen? Bel ons voor het maken van een afspraak.